Gasaansluiting en veiligheid – Инструкция по эксплуатации Bosch HSG 142 E EU
Страница 54
Внимание! Текст в этом документе был распознан автоматически. Для просмотра оригинальной страницы Вы можете воспользоваться режимом "Оригинал".
nl
Gasaansluiting en veiligheid
1.
De in de fabriek ingestelde gassoort
van uw apparaat vindt u op het type-
plaatje (zie de achterklep van het ap
paraat). Meer informatie over de gas-
soorten die geschikt zijn voor uw
apparaat en de bijbehorende gas-
sproeiers, vindt u in de tabei met
technische gegevens op de pagina
na de kooktabeilen. Als de gassoort
die u gebruikt daarvan afwijkt, dient u
contact op te nemen met de klanten-
service over het wijzigen van de gas
soort.
2.
Gasaansluiting voor aardgas
Voor de gastoevoer moet een
fiexibeie metaien siang met een
mechanische schroefverbinding
worden gebruikt. Afb. 3
Gasaansluiting voor
butaan-Zpropaangas
Voor de gasaansluiting van het
apparaat moet een kunststof siang
met een inwendige diameter van
8 of 10 mm worden gebruikt.
De siang moet met een slangklem
aan de gasaansluiting van het
apparaat worden bevestigd.
Afb. 4
Sluit het apparaat met een zo kort
mogelijke en dichte siang aan op de
gasvoorziening. De maximale 1.5 m.
lengte van de aansluitslang mag niet
worden overschreden. De
voorschriften in acht nemen.
De gasslang moet 1 x per jaar
worden vervangen.
Adapter voor butaan-Zpropaangas
en aardgas Afb. 5
3.
Afhankelijk van de plaatselijke om-
standigheden en de plaats waar de
gasvoorziening is aangebracht, kan
het gas aan de rechter- of linkerzijde
van het apparaat worden aangeslo-
ten. Als de plaats van de gasaanslui
ting is veranderd, moet de leiding-
klem van de slangaansluiting worden
vastgedraaid.
4.
Nadat de gasslang is verbonden met
de gasaansluiting, moet worden ge-
controleerd of de aansluiting dicht is.
Hierbij moeten de kookzoneknoppen
op het bedieningspaneel uitgescha-
keld zijn en de gaskraan open staan.
De aansluiting kan met een beetje
zeepsop op dichtheid worden gecon-
troleerd. Als de leiding of de aanslui
ting ondicht is, zullen er gasbellen
ontstaan in het zeepsop. In dit geval
moet de gaskraan beslist worden
gesloten en de gasaansluiting wor
den gecontroleerd.
5.
Voor de dichtheidscontrole mögen in
geen geval lucifers, open vuur of een
aansteker worden gebruikt.
6
.
Om ondichte plekken in de gasaans
luiting te voorkomen, mag de gass
lang niet strakgetrokken of ge-
spannen worden.
7.
De gasslang van het apparaat mag
niet in contact körnen met de hete
delen van het apparaat.
Voorkom elk contact tussen de gass
lang en het apparaat.
De Slang kan beschadigd raken -
brandgevaar!
N.B.
Informatie over de gassoorten en de te
gebruiken sproeiers vindt u in de tabei
’Technische gegevens - gas” achteraan
deze gebruiksaanwijzing.
54