Drb1569-a, Bedienen van dj-software met de midi-functie, Bediening van een externe midi-sequencer – Инструкция по эксплуатации Pioneer DJM-900NXS

Страница 119

Advertising
background image

DRB1569-A

Nl

17

Nederlands

119

118

 Bedieningsprocedure 1

1 Voer stappen 1 t/ m 4 van de BEAT EFFECT-procedure uit.

2 Raak het [X-PAD] aan.

Het [X-PAD] zet het effect aan en uit en wijzigt de kwantitatieve parameter.
! Wanneer uw vinger los komt van het [X-PAD], gaat het effect uit.
! Om het effect aan te laten wanneer uw vinger los komt van het [X-PAD], moet u

terwijl u het [X-PAD] aanraakt op de [ON/OFF] knop van [BEAT EFFECTS] druk-
ken voor u uw het [X-PAD] loslaat.

 Bedieningsprocedure 2

1 Voer stappen 1 t/ m 5 van de BEAT EFFECT-procedure uit.

2 Raak het [X-PAD] aan.

Het [X-PAD] wijzigt de kwantitatieve parameter van het effect.

Bedienen van DJ-software met de MIDI-functie

Dit toestel geeft ook informatie door over de stand van knoppen en schuifregelaars
via het universele MIDI-protocol.
Indien aangesloten via een USB-kabel op een computer met MIDI-compatibele
DJ-software, kan de DJ-software vanaf dit toestel worden bediend.
Installeer van tevoren de DJ-software op uw computer. Maak bovendien de nodige
audio- en MIDI-instellingen voor de DJ-software.
! Aanwijzingen voor het instellen van de MIDI-kanalen vindt u op Instellingen

aanpassen op bladzijde 23.

! Zie voor de berichten die dit toestel doorgeeft Lijst van MIDI-berichten op blad-

zijde 21.

1 Verbind de [USB]-aansluiting van dit apparaat met de
computer.

Zie Aansluiten op het bedieningspaneel op bladzijde 8 voor nadere details over de
aansluitingen.

2 Start de DJ-software.

3 Druk op de [ON/OFF (UTILITY)] knop.

Schakel de MIDI-functie in.
De verzending van MIDI-berichten begint.
! Wanneer een fader of andere regelaar wordt verplaatst, zal er een bericht wor-

den verstuurd dat de nieuwe positie doorgeeft.

! Wanneer de [START/ STOP] toets wordt ingedrukt en meer dan 2 seconden

ingedrukt wordt gehouden, wordt er een set MIDI-meldingen die corresponderen
met de toets, fader of de posities van de instellingen verstuurd (Snapshot).

! Wanneer er nog eens op [ON/OFF (UTILITY)] wordt gedrukt, wordt het versturen

van MIDI-meldingen gestopt.

! De MIDI-tijdklok (met BPM-informatie) wordt altijd verzonden, ongeacht de

status van de [ON/OFF/ UTILITY] knop.

 Voorbereidingen voor het gebruiken van de MIDI LFO-

functie

De MIDI-compatibele software, apparatuur enz. (hieronder de “MIDI-ontvangstkant”
genoemd) moet worden voorbereid (“geleerd”) voor de MIDI LFO-functie gebruikt
kan worden.
Voer de juiste handelingen voor het “leren” uit aan de MIDI-ontvangstkant.
! Zie voor de berichten die dit toestel doorgeeft Lijst van MIDI-berichten op blad-

zijde 21.

1 Druk op de [ON/OFF (UTILITY)] knop.

Schakel de MIDI-functie in.

2 Verdraai de [DELAY, ECHO, SPIRAL, REVERB, TRANS, FILTER,
FLANGER, PHASER, ROBOT, MELODIC, SLIP ROLL, ROLL, REV ROLL,
SND/RTN (MIDI LFO)] keuzeschakelaar.

Selecteer [SND/RTN (MIDI LFO)].
[S/R

hLFO] knippert op het effectgedeelte van het display, waarna [SND/RTN] zal

verschijnen.

3 Druk op de [ON/OFF] toets voor [BEAT EFFECTS].

Laat de MIDI-ontvangstkant de MIDI-melding van de [ON/OFF]-toets met betrekking
tot het [BEAT EFFECTS] leren.
! De MIDI-melding die door de [ON/OFF]-toets wordt verstuurd met betrekking tot

het [BEAT EFFECTS] verschilt wanneer [SND/RTN (MIDI LFO)] is geselecteerd
en wanneer iets anders dan [SND/RTN (MIDI LFO)] is geselecteerd.

De MIDI-melding van de [ON/OFF]-toets met betrekking tot het [BEAT EFFECTS]
wanneer [SND/RTN (MIDI LFO)] is geselecteerd, wordt alleen verzonden wan-
neer de handeling wordt uitgevoerd volgens deze procedure.

4 Druk op de [LFO FORM (WAKE UP)] knop.

Laat de MIDI-ontvangstkant de MIDI-melding van de [LFO FORM (WAKE UP)]-toets
leren.
[1/7

] en [1/7 LFO] verschijnen om en om op het effectgedeelte van het display.

! Stel indien nodig de MIDI-mapping in voor andere toetsen en

bedieningsorganen.

Omdat de MIDI-melding van de [LFO FORM (WAKE UP)]-toets als een reeks
instructies wordt verzonden, kan het zijn dat, mede afhankelijk van de instellin-
gen aan de MIDI-ontvangstkant, de MIDI-melding niet “geleerd” kan worden.

Druk op de [LFO FORM(WAKE UP)]-toets en schakel over naar [SND/RTN] om
de MIDI-mapping voor andere toetsen en bedieningsorganen in te stellen.

 Gebruiken van MIDI LFO

Maak van tevoren de voorbereidingen volgens de procedure onder Voorbereidingen
voor het gebruiken van de MIDI LFO-functie
.

1 Verdraai de [DELAY, ECHO, SPIRAL, REVERB, TRANS, FILTER,
FLANGER, PHASER, ROBOT, MELODIC, SLIP ROLL, ROLL, REV ROLL,
SND/RTN (MIDI LFO)] keuzeschakelaar.

Selecteer [SND/RTN (MIDI LFO)].
[S/R

hLFO] knippert op het effectgedeelte van het display, waarna [SND/RTN] zal

verschijnen.

2 Druk op de [LFO FORM (WAKE UP)] knop.

De verzending van MIDI-signalen begint.
Het golfvormpatroon van het MIDI-signaal verandert telkens wanneer er op
[LFO FORM (WAKE UP)] wordt gedrukt.

SND/RTN

1/7

2/7

3/7

4/7

5/7

6/7

7/7

3 Druk op de [BEAT c, d] toets.

Stel de uitvoertijd voor de golfvorm van het MIDI-signaal in.

4 Druk op [ON/OFF] of [BEAT EFFECTS], of raak het [X-PAD] aan.

De MIDI-melding voor het inschakelen van het effect wordt verstuurd.
! Wanneer de [LFO FORM (WAKE UP)]-toets wordt ingedrukt en een instelling

van [1/7

] – [7/7

] wordt geselecteerd, kan de MIDI-melding voor de

onderstaande toetsen en bedieningsorganen ook worden verzonden wanneer de
MIDI-stand is uitgeschakeld.

— [X-PAD] (Aanraken n loslaten)

— [CUE]-toets voor het [BEAT EFFECTS]

— [1, 2, 3, 4, MIC, CF.A, CF.B, MASTER] keuzeschakelaar

— [LEVEL/ DEPTH] instelling

— [ON/OFF]-toets voor het [BEAT EFFECTS]

! Wanneer de [LFO FORM (WAKE UP)]-toets wordt ingedrukt om te schakelen

tussen [SND/RTN] en [MIDI LFO], zal BEAT EFFECT automatisch worden
uitgeschakeld.

! Het is niet mogelijk te schakelen te schakelen tussen [SND/RTN] en [MIDI LFO]

terwijl het [X-PAD] wordt aangeraakt.

 Verzenden van de berichten voor MIDI-start en MIDI-stop

Druk op de [START/ STOP] toets voor [MIDI].

! De berichten voor MIDI-start en MIDI-stop worden beurtelings verzonden, tel-

kens wanneer u op de [START/ STOP]-toets drukt, ongeacht of de MIDI-functie
aan of uit staat.

Bediening van een externe MIDI-sequencer

Dit toestel geeft ook informatie door over de stand van knoppen en schuifregelaars
via het universele MIDI-protocol.
Dit apparaat geeft het tempo van de weergegeven geluidsbron (de BPM-informatie)
door als de MIDI-tijdklok. Dit kan worden gebruikt voor het synchroniseren van een
externe MIDI-sequencer met het tempo van de geluidsbron.
! Zie voor de berichten die dit toestel doorgeeft Lijst van MIDI-berichten op blad-

zijde 21.

! Externe MIDI-sequencers die niet geschikt zijn voor de MIDI-tijdklok kunnen niet

worden gesynchroniseerd.

! Externe MIDI-sequencers kunnen niet worden gesynchroniseerd voor geluids-

bronnen waarvan het BPM-tempo niet betrouwbaar kan worden gemeten.

! MIDI-tijdkloksignalen worden ook doorgegeven bij BPM-waarden die handmatig

zijn ingevoerd door het aantikken van de [TAP]-toets met een vinger. Het bereik
van de MIDI-tijdklok loopt van 40 BPM tot 250 BPM.

1 Verbind de [MIDI OUT]-aansluiting met de MIDI IN-aansluiting
van de externe MIDI-sequencer met een in de handel verkrijgbare
MIDI-kabel.

2 Stel de synchronisatiefunctie van de externe MIDI-sequencer
in op “Slave”.

3 Druk op de [START/ STOP] toets voor [MIDI].

Het MIDI-startbericht wordt verzonden.

4 Druk op [ON/ OFF] in het [MIDI]-gedeelte.

De verzending van MIDI-berichten begint.

Advertising