Soorten scene fx effecten, Soorten effecten, Bpf echo – Инструкция по эксплуатации Pioneer RMX-1000-M
Страница 39: Echo, Noise, Spiral up, Reverb up, Hpf echo, Lpf echo, Nederlands
15
Nl
Nederlands
Soorten effecten
Soorten SCENE FX effecten
BPF ECHO
Deze functie projecteert het binnenkomende geluid dat door het door-
laatfilter gekomen is op het originele ingangsgeluid en geeft dit door aan
de echoschakeling voor het geluid geproduceerd wordt.
De echo wordt verschillende keren geproduceerd aan de hand van de
vermenigvuldigingsfactor van de beat van het ingangsgeluid, waarbij het
vertraagde geluid geleidelijk wegsterft.
Frequentie
Binnenkomend geluid
SCENE FX
-instelling
Binnenkomend geluid dat door
het doorlaatfilter is gegaan
SCENE FX-instelling
Stelt de grensfrequentie van het doorlaatfilter in.
SUB PARAMETER
1-instelling
Stelt de vertraging voor het echogeluid in.
SUB PARAMETER
2-instelling
Past een modulatie-effect toe op het geproduceerde
geluid.
ECHO
De echo wordt verschillende keren geproduceerd aan de hand van de
vermenigvuldigingsfactor van de beat van het ingangsgeluid, waarbij het
vertraagde geluid geleidelijk wegsterft.
Inkomend geluid
weggedraaid
Tijd
Uitfaden
1 beat
SCENE FX-instelling
Gebruik deze om de balans te regelen van het oorspron-
kelijke geluid en het echogeluid.
SUB PARAMETER
1-instelling
Stelt de vertraging voor het echogeluid in.
SUB PARAMETER
2-instelling
Bepaalt de grensfrequentie voor het filter.
NOISE
Deze functie geeft witte ruis die intern gegenereerd wordt door via het
doorlaatfilter en de echo voor het signaal geproduceerd wordt.
Frequentie
SCENE FX
-instelling
SCENE FX-instelling
Bepaalt de grensfrequentie van het filter waardoor de
witte ruis passeert.
SUB PARAMETER
1-instelling
Regelt de geluidssterkte van de witte ruis.
SUB PARAMETER
2-instelling
Past een modulatie-effect toe op de witte ruis.
SPIRAL UP
Deze functie voegt een nagalmeffect toe aan het inkomend geluid.
Wanneer de vertraging wordt gewijzigd, verandert tegelijkertijd de
toonhoogte.
Inkomend geluid
weggedraaid
Tijd
Uitfaden
1 beat
SCENE FX-instelling
Stelt de vertraging voor SPIRAL in.
SUB PARAMETER
1-instelling
Stelt de vertraging voor het echogeluid in.
SUB PARAMETER
2-instelling
Bepaalt de hoeveelheid waarmee de toonhoogte ver-
hoogd moet worden.
REVERB UP
Deze functie voegt een nagalmeffect toe aan het inkomend geluid.
Niveau
Direct geluid
Vroege weerkaatsingen
Nagalm
Tijd
SCENE FX-instelling
Gebruik deze om de hoeveelheid nagalmeffect te regelen.
SUB PARAMETER
1-instelling
Gebruik deze om de hoeveelheid nagalmeffect te regelen.
SUB PARAMETER
2-instelling
Stelt de grensfrequentie in voor het hoogdoorlaatfilter.
HPF ECHO
Deze functie geeft het ingangsgeluid door aan het hoogdoorlaatfilter en
de echo voor het signaal geproduceerd wordt.
De echo wordt verschillende keren geproduceerd aan de hand van de
vermenigvuldigingsfactor van de beat van het ingangsgeluid, waarbij het
vertraagde geluid geleidelijk wegsterft.
Frequentie
SCENE FX-instelling
Stelt de grensfrequentie in voor het hoogdoorlaatfilter.
SUB PARAMETER
1-instelling
Stelt de vertraging voor het echogeluid in.
SUB PARAMETER
2-instelling
Past een modulatie-effect toe op het geproduceerde
geluid.
LPF ECHO
Deze functie geeft het ingangsgeluid door aan het laagdoorlaatfilter en
de echo voor het signaal geproduceerd wordt.
De echo wordt verschillende keren geproduceerd aan de hand van de
vermenigvuldigingsfactor van de beat van het ingangsgeluid, waarbij het
vertraagde geluid geleidelijk wegsterft.