Rhythm fx-gedeelte, Gebruik van de rhythm fx-functie, Gebruik van de 4-beat sequencer-functie – Инструкция по эксплуатации Pioneer RMX-500
Страница 9: 9nederlands
Nl
9
Nederlands
RHYTHM FX-gedeelte
AUDIO
EFFECT
INSTRUMENT
OVER
DUB
EXIT
AUTO
4-BEAT
SEQUENCER
RHYTHM FX
BPM
V
BR
LEVEL
DELETE
KIC
K
SNA
RE
CLAP
HI H
AT
CY
MB
AL
OF
FS
ET
DELA
Y
REV
ADD
TR
ANS
RO
LL
INSTRUMENT
1
1
3
6
7
2
4
5
2
1
RHYTHM FX-toetsen
Deze zetten de RHYTHM FX-effecten aan/uit.
2
RHYTHM FX-indicator
Deze knippert wanneer er een effect is ingeschakeld.
3
RHYTHM FX-instelling
Dit regelt het geselecteerde RHYTHM FX-effect.
4
DELETE-toets
Deze toets kan worden gebruikt om de handelingen met de
[RHYTHM FX]-toetsen die zijn opgenomen met de 4-BEAT
SEQUENCER-functie met één toets tegelijk te wissen.
5
Insteltoetsen volume interne geluidsbron
Deze regelen het volume van de interne geluidsbronnen.
6
EXIT-toets
Deze licht op wanneer 4-BEAT SEQUENCER-functie is ingeschakeld.
Wanneer er op de toets wordt gedrukt, wordt de 4-BEAT
SEQUENCER-functie uitgeschakeld.
7
OVERDUB-toets
De 4-BEAT SEQUENCER-functie wordt ingeschakeld.
De handelingen met de [RHYTHM FX]-toetsen worden opgenomen
en het geluid wordt in een lus weergegeven.
Gebruik van de RHYTHM FX-functie
1 Druk op een van de [RHYTHM FX] toetsen.
Selecteer het RHYTHM FX-effecttype.
De ingedrukte toets gaat knipperen.
! Interne geluidsbronnen zijn voorgeprogrammeerd onder de [KICK],
[SNARE], [CLAP], [HI HAT] en [CYMBAL]-toetsen.
! Zie voor details van de types effecten de Pioneer
DJ-ondersteuningssite hieronder.
http://pioneerdj.com/support/
2 Draai aan de [RHYTHM FX] instelling.
Het effect wordt toegepast op het geluid.
— De sterkte van het effect wordt groter naarmate de regelaar
met de klok wordt meegedraaid. De sterkte van het effect wordt
maximaal wanneer de regelaar helemaal met de klok wordt
meegedraaid.
— De sterkte van het effect wordt kleiner naarmate de regelaar
tegen de klok wordt ingedraaid. Wanneer de regelaar helemaal
tegen de klok in wordt gedraaid, wordt het originele geluid gepro-
duceerd zonder toegepast effect.
3 Druk de [RHYTHM FX]-instelling in.
Er wordt een geluidsverwerking of toegevoegd effect toegepast, afhanke-
lijk van het type effect dat is geselecteerd.
! De geluidsverwerking of het toegevoegd effect verandert afhankelijk
van de kracht waarmee de controller wordt ingedrukt.
! Wanneer er opnieuw op de geselecteerde [RHYTHM FX] toets wordt
gedrukt, wordt het effect uitgeschakeld.
Gebruik van de 4-BEAT
SEQUENCER-functie
De volgorde waarin en de timing waarmee de [RHYTHM FX]-toetsen
worden ingedrukt, worden opgenomen en het geluid wordt in een lus
weergegeven.
1 Druk op de [OVERDUB] toets.
Wanneer er op de [OVERDUB]-toets wordt gedrukt, de 4-BEAT
SEQUENCER-functie wordt ingeschakeld en de [OVERDUB]-toets knip-
pert fel.
Terwijl de [OVERDUB]-toets fel knippert, worden de handelingen met de
[RHYTHM FX]-toetsen worden opgenomen en de lus-weergave wordt
voortgezet.
Wanneer er opnieuw op de [OVERDUB]-toets wordt gedrukt, begint deze
zwak te knipperen en wordt de lus-weergave voortgezet, maar worden
verdere handelingen van de [RHYTHM FX]-toetsen niet opgenomen.
! Wanneer de 4-BEAT SEQUENCER-functie is ingeschakeld, worden
RHYTHM FX-effecten alleen toegepast terwijl de corresponderende
[RHYTHM FX]-toets ingedrukt wordt.
2 Druk terwijl u de [DELETE]-toets ingedrukt houdt
op de [RHYTHM FX]-toets waarvan u de opgenomen
handeling wilt wissen.
Wanneer de [DELETE]-toets wordt ingedrukt, lichten de [RHYTHM FX]-
toetsen waarvan de handelingen worden opgenomen op. Wanneer er op
een oplichtende toets wordt gedrukt, gaat die toets uit en wordt de han-
deling van de [RHYTHM FX]-toets die is opgenomen, gewist.
3 Druk op de [EXIT] toets.
Wanneer er op de [EXIT]-toets wordt gedrukt, worden alle handelin-
gen van de [RHYTHM FX]-toetsen die zijn opgenomen met de 4-BEAT
SEQUENCER-functie gewist. De 4-BEAT SEQUENCER-functie wordt
uitgeschakeld en de lus-weergave stopt.